- Quiasinon
Bestaat Sinterklaas wel echt?
Het geven van geschenken is overal met de adventstijd en Kerstmis verbonden. Die
geschenken heten vaak uit een geheimzinnig, bovenaards gebied te komen: soms worden
ze gebracht door de kerstman, soms door de drie koningen, soms door het kerstkind zelf.
Bij ons in Nederland is het de heilige Nicolaas die geschenken komt brengen uit een gebied
tussen hemel en aarde. Veertig jaar geleden was het nog een vrolijk feest waar heel
Nederland zonder problemen aan meedeed. Sint was op een dag met twee Pieten (een van
hen was mijn broer) op weg naar een studentenfeest. Ze reisden per trein en toen de
conducteur de Goedheiligman op het perron zag staan, riep hij spontaan: ‘Sinterklaas! U
reist natuurlijk eersteklas!’ En mijn eigen zoon, die Sinterklaas al met enig wantrouwen
bekeek, werd op slag weer gelovig toen hij op straat zomaar een Zwarte Piet tegenkwam
die hem een flinke handvol pepernoten gaf en ‒ met een knipoog naar mij ‒ ook nog eens
zijn capuchon volstortte met de mededeling: ‘Dat is voor je grote broer en je kleine zusje.
Voor je allerkleinste zusje breng ik volgend jaar wel wat, die drinkt nu alleen nog melk.’
Sinterklaas weet alles, en Piet ook, dat was maar weer eens bewezen!
Maar voor ieder kind komt het moment dat het geloof wankelt. Bestaat Sinterklaas wel
echt? Wat zeg je daarop, als ouders? Het is, denk ik, vooral een kwestie van het juiste
moment, niet te vroeg en niet te laat, en dat verschilt per kind. Wij hebben Sinterklaas
altijd gebracht als een geheim van de grote mensen voor kleine kinderen. Ben je groot
genoeg, dan ontdek je: die verklede meneer is Sinterklaas niet, hij speelt ervoor. Bestaat
Sinterklaas dan niet? Natuurlijk wel. Sinterklaas is in de hemel en hij vindt het leuk als we
allemaal één keer per jaar een beetje Sinterklaas willen zijn en anderen iets willen geven.
Zodra je deelt in het geheim van Sinterklaas, gaat het om het géven, niet om het zelf
krijgen. Maar wij weten toch niet alles, zoals Sinterklaas? Hoe weet je dan wat iemand
graag wil hebben? Door vooral met aandacht naar hem te kijken. Het leverde soms
hilarische, soms ontroerende cadeautjes op.
De sinterklaastraditie is al eeuwen oud en ik zal wel geen nieuws vertellen als ik zeg dat ze
teruggaat tot op een voorchristelijk verleden. De vroegchristelijke heilige Nicolaas van Myra
is afkomstig uit Klein-Azië (het huidige Turkije) en zijn verering nam daar elementen op uit
de cultus van de grote godin Artemis, die in Klein-Azië haar heiligdom had: net als zij
beschermde Sint-Nicolaas zeelui, jonge meisjes en graankooplieden. In Nederland werden
Sint-Nicolaas ook elementen toebedeeld uit het Germaanse verleden. Veel Sint-Nicolaas
gebruiken herinneren aan Odin of Wodan en zijn cultus als god van de doden en de
vruchtbaarheid, als de god die op zijn schimmel tussen hemel en aarde reed en mensen,
vee en akkers vruchtbaarheid schonk (het strooien van pepernoten herinnert aan het
zaaien), maar ook de zielen van de gestorvenen met zich meevoert. Odin is een godheid uit
het verleden, en al herinnert Sinterklaas aan Odin, hij is Odin niet. Minder bekend is de
verwantschap tussen Sinterklaas en een andere Germaanse godheid, Odins zoon Widar die
wel ‘de zwijgende’ wordt genoemd.
Volgens de overlevering waren de Germanen een nogal luidruchtig volkje dat spreken als
een belangrijke kwaliteit zag. Via taal kun je jezelf immers uiten. Wie zwijgt, houdt zichzelf
terug. Die terughoudendheid is nu de kwaliteit van Widar. Nadat de leugenwolf Fenris de
zon verslonden heeft en zo de godenschemering veroorzaakt heeft, is het Widar die deze
leugenwolf definitief kan verslaan en een einde kan maken aan de godenschemering. Maar
daarvoor heeft hij wel de hulp van de mensen nodig. De Germaanse mythologie gebruikt
hiervoor het beeld van het ‘overschotsleer’, dat is het leer dat een schoenmaker overhoudt
bij het snijden van schoenen. Widar wil dat de mensen hem hun ‘overschotsleer’ schenken.
Daarvan kan hij een reusachtige schoen maken waarmee hij de muil van de wolf
opengesperd houdt om het ondier zo in stukken te kunnen scheuren. Wat wordt er nu met
dit overschotsleer bedoeld? Met schoenen loop je over de aarde, ze zijn een beeld voor het
lot dat je ook over de aarde draagt. Dat blijkt bijvoorbeeld ook uit een zegswijze als:
Ik zou niet graag in jouw schoenen staan. Om je lot te kunnen dragen, heb je schoenen
nodig. Maar als je in staat bent volledig ‘ja’ te zeggen tegen je lot, als je je niet verzet
tegen wat je overkomt, dan houd je leer over. Dát is het leer dat Widar nodig heeft om in
de toekomst een eind te maken aan de godenschemering. Sinterklaas legt zijn geschenken
in onze schoen. Ook hij wil schenken wat we nodig hebben om ‘ja’ te kunnen zeggen tegen
ons lot. Dat verbindt hem met Widar, ook al is hij Widar niet. Het kerstkind is de nieuwe
zon die terugkeert aan het einde van de godenschemering. Daarom vieren we zijn geboorte
ook vlak na de kortste dag. Maar Sinterklaas is de adventsheilige die tussen Odin en Widar,
tussen verleden en toekomst, de mensen aanspoort om naar het kerstkind op weg te gaan.
Met toestemming overgenomen van Utz verzendantiquariaat