Stap voor stap wordt de Nederlandse bevolking steeds meer digitaal gecontroleerd en ge-'normaliseerd'.
De bedrijven zeggen het voor overheden makkelijker te willen maken om apps te ontwikkelen waarmee in beeld kan worden gebracht met wie een coronapatiënt in aanraking is geweest. Deze mensen kunnen dan in zelfisolatie gaan en zo kan de verspreiding van het coronavirus gericht worden ingedamd. Door samen te werken zorgen Google en Apple ervoor dat apps van overheden en zorgautoriteiten op beide besturingssystemen van de bedrijven goed werken. De techbedrijven gaan in eerste instantie zorgen dat met speciale apps telefoons met Apples iOS-besturingssysteem en Googles Android elkaars bluetoothsignalen beter opvangen. Een volgende, ingewikkelder stap is dat ze de technologie om via bluetooth contacten te traceren, gaan inbouwen in hun besturingssystemen.
Wel of niet centraal opslaan?
De functionaliteit werkt alleen als de gebruiker deze bewust inschakelt. De locatiedata van de gebruiker wordt nergens centraal opgeslagen en Apple en Google hebben er geen toegang toe, benadrukken de bedrijven.
Verschillende overheden werken aan de ontwikkeling van 'coronatrackingapps'. Ook hebben in Europa 130 wetenschappers de krachten gebundeld om privacyveilige architectuur te bouwen waarop die apps kunnen worden gebaseerd. In die groep is echter verschil van inzicht over de vraag of data wel of niet centraal moet worden opgeslagen. Centrale opslag biedt meer controle en er is meer analyse mee mogelijk, maar de decentrale tracking (waarbij de gegevens alleen in de telefoon worden opgeslagen) zou privacyvriendelijker zijn.
Nu Google en Apple aan de slag gaan met decentrale opslag, lijkt die aanpak de meeste kans van slagen te krijgen. Wereldwijd draaien bij elkaar zo'n 3 miljard smartphones op het besturingssysteem van de bedrijven.